ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

De regels van het Verenigd Koninkrijk die van toepassing zijn vanaf 1 juni 2021 op de intresten en vergoedingen betaald aan Belgische bedrijven

Sinds 1 januari 2021 is het recht van de Europese Unie niet langer van toepassing op het Verenigd Koninkrijk. Dit is met name het geval met de Europese richtlijn van 3 juni 2003 (2003/49/C) betreffende het gemeenschappelijk belastingregeling dat van toepassing is op de uitkering van interesten en royalty’s tussen verbonden vennootschappen van verschillende lidstaten.

Deze richtlijn voorziet (onder bepaalde voorwaarden) in een vrijstelling van bronbelasting op interest- en royalty-uitkeringen tussen in de Europese Unie gevestigde verbonden ondernemingen.

De Britse wet op de Financiën (“finance bill”) die in maart 2021 werd gepubliceerd, trekt de wet in die de richtlijn van 3 juni 2003 in nationaal recht had geïmplementeerd. Deze intrekking treedt in werking met ingang vanaf 1 juni 2021.

Vanaf 1 juni 2021 zijn interest- en royalty-uitkeringen dus onderworpen aan een bronbelasting van 20% in het Verenigd Koninkrijk, tenzij een vrijstelling of verlaagd tarief mogelijk is, op grond van een met het Verenigd Koninkrijk gesloten verdrag inzake dubbele belasting.

Volgens het Britse recht is bronbelasting van toepassing op de uitkering van interesten en royalty's aan begunstigden die niet in het Verenigd Koninkrijk wonen.

Wat de uitkeringen van royalty’s door Britse vennootschappen aan Belgische vennootschappen betreft, is de impact van de intrekking nihil, omdat het dubbelbelastingverdrag tussen België en het Verenigd Koninkrijk de bevoegdheid om uitkeringen van royalty’s te belasten uitsluitend aan de woonstaat van de begunstigde toekent, namelijk België.

Bijgevolg zullen de uitkeringen van vergoedingen uit Britse bronnen aan Belgische ingezeten begunstigden in het Verenigd Koninkrijk worden vrijgesteld.

De Britse belastingdienst HMRC hoeft hiervoor geen formele toestemming te geven op basis van het met België gesloten dubbelbelastingverdrag.

Voor de vergoedingen afkomstig van Britse bedrijven naar Belgische begunstigde ingezetenen, zullen de uitkeringen dus bruto worden gedaan, zonder aftrek van een bronbelasting.

Wat de uitkeringen van interesten betreft, is de situatie anders, omdat het tussen België en het Verenigd Koninkrijk gesloten dubbelbelastingverdrag voorziet in een bronbelasting van 10% van het brutobedrag.

In het Verdrag zijn bepaalde vrijstellingen van bronbelasting opgenomen. Dit is met name het geval bij interesten die uitgekeerd worden op een lening die door de ene onderneming aan de andere is verstrekt, op voorwaarde dat het bedrag van de rente "at arm’s length " is vastgesteld.

Voor vrijstellingsveronderstellingen moet worden opgemerkt dat de vrijstelling niet automatisch door HMRC zal worden verleend. Belgische ondernemingen, die in het verleden op basis van de Europese richtlijn een vrijstelling hebben kregen, kunnen voor lopende leningen (en dus niet voor nieuwe leningen) op twee manieren een vrijstelling van HMRC aanvragen.

Een eerste mogelijkheid is om aan de Britse belastingdienst een "kennisgeving van vrijstelling" te geven waarmee de Belgische vennootschap bevestigt dat zij fiscaal in België gevestigd is en dat de omstandigheden waaronder zij de vrijstelling in het verleden heeft verkregen, niet gewijzigd zijn.

De andere mogelijkheid, die ook van toepassing is op nieuwe leningen, is het aanvragen van een vrijstelling met een specifiek formulier (formulier D.T.) dat moet worden ingevuld door de aanvrager en de Belgische belastingdienst waarin de Belgische fiscale vestigingsplaats van de vennootschap wordt bevestigd.

Dit formulier zal ook moeten worden gebruikt in het geval van een aanvraag tot verlaging van de Britse bronbelasting.

De Belgische bedrijven die regelmatig lenen aan Britse ingezeten bedrijven kunnen een conventionele aanvraag indienen op basis van een specifiek formulier, DTTP1 ("Double Tax Treaty Passport Scheme") genoemd.

Met het oog op de intrekking van de Britse wetgeving die uitvoering heeft gegeven aan de richtlijn van 3 juni 2003, is het daarom belangrijk dat multinationale groepen vóór 1 juni 2021 hun proces voor de uitkering van interesten met betrekking tot een Britse onderneming controleren om deze mogelijk te kunnen wijzigen, om te kunnen genieten of te kunnen blijven genieten van een vrijstelling van bronbelasting op interest of royalty of het toepasselijke tarief waarin het verdrag ter preventie van de dubbele belasting tussen België en het Verenigd Koninkrijk voorziet.

Auteur : Angélique Puglisi

Règles du Royaume-Uni applicables à partir du 1er juin 2021 aux intérêts et redevances payés à des sociétés belges

Depuis le 1er janvier 2021, le droit de l’Union européenne a cessé de s’appliquer au Royaume-Uni. C’est le cas notamment de la Directive européenne du 3 juin 2003 (2003/49/C) concernant le régime fiscal commun applicable au paiement d’intérêts et de redevances entre sociétés associées d’Etats membres différents.

Cette directive prévoit une exonération (à certaines conditions) de la retenue à la source sur les paiements d’intérêts et de redevances entre entreprises associées établies dans l’Union européenne.

La Loi de Finance britannique publiée en mars 2021 (« Finance Bill ») abroge la loi qui avait implémenté en droit interne la Directive du 3 juin 2003. Cette abrogation prend ses effets à partir du 1er juin 2021.

A partir du 1er juin 2021, les paiements d’intérêts et de redevances seront donc soumis à une retenue à la source de 20 % au Royaume-Uni sauf si une exonération ou un taux réduit est possible, en vertu d’une convention préventive de double imposition conclue avec le Royaume-Uni.

En vertu du droit britannique, la retenue à la source s’applique en effet au paiement d’intérêts et de redevances à des bénéficiaires non-résidents du Royaume-Uni.

En ce qui concerne les paiements de redevances effectués par des sociétés britanniques à des sociétés belges, l’impact de l’abrogation est nul car la convention préventive de double imposition conclue entre la Belgique et le Royaume-Uni attribue le pouvoir d’imposition sur les paiements de redevances à l’Etat de résidence du bénéficiaire exclusivement, à savoir la Belgique.

Par conséquent, les paiements de redevances de source britannique à des bénéficiaires résidents belges seront exonérés au Royaume-Uni.

Aucune autorisation formelle des autorités fiscales britanniques, HMRC, n’est exigé à cet effet par la convention préventive de double imposition conclue avec la Belgique.

Pour les redevances provenant de sociétés britanniques vers des résidents bénéficiaires belges, les paiements pourront donc être effectués en brut, sans déduction d’une retenue à la source.

En ce qui concerne les paiements d’intérêts, la situation est différente car la convention préventive de double imposition conclue entre la Belgique et le Royaume-Uni prévoit une retenue à la source de 10 % du montant brut.

Certaines exemptions de retenues à la source sont prévues dans la convention. C’est le cas notamment des intérêts payés en raison d’un prêt consenti par une entreprise à une autre à condition que le montant des intérêts ait été déterminé « at arm’s length ».

Pour les hypothèses d’exonération, il convient de noter que l’exonération ne sera pas accordée de manière automatique par HMRC. Les sociétés belges, qui auront bénéficié d’une exonération sur base de la Directive européenne dans le passé, pourront, pour des prêts en cours (et donc pas pour de nouveaux prêts), solliciter une exonération auprès de HMRC de deux façons.

Une première possibilité est de remettre aux autorités fiscales britanniques un « avis d’exonération » par lequel la société belge confirme qu’elle est résidente belge à des fins fiscales et que les circonstances en vertu desquelles elle obtenait l’exonération dans le passé n’ont pas changé.

L’autre possibilité, qui s’applique également pour de nouveaux prêts, est de demander une exonération en utilisant un formulaire spécifique (form D.T.) qui devra être rempli par le demandeur et les autorités fiscales belges dans lequel la résidence fiscale belge de la société est confirmée.

Ce formulaire devra également être utilisé en cas de demande de réduction de la retenue à la source britannique.

Les sociétés belges qui prêtent régulièrement à des sociétés résidentes britanniques peuvent solliciter une application conventionnelle sur base d’un formulaire spécifique, dénommé DTTP1 (« Double Tax Treaty Passport Scheme »).

Au regard de l’abrogation de la législation britannique ayant implémenté la Directive du 3 juin 2003, il est donc important pour les groupes multinationaux de vérifier avant le 1er juin 2021 leur processus de paiement d’intérêts impliquant une société britannique afin d’éventuellement pouvoir le modifier, en vue de pouvoir bénéficier ou de continuer à bénéficier d’une exemption de retenue à la source sur intérêt ou redevance ou du taux applicable prévu par la convention préventive de double imposition conclue entre la Belgique et le Royaume-Uni.

Auteur : Angélique Puglisi
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator