Op initiatief van de Amerikaanse president overwegen de leiders van de grote Staten een regel in te voeren, met een wereldwijde reikwijdte, die alle staten verplicht om ten minste 15% belasting te heffen op bedrijfswinsten. Aangenomen wordt dat, zoals het geval was voor de anti-witwasregels en de uitwisseling van informatie in fiscale zaken, verschillende sancties, in de vorm van zwarte of grijze lijsten, zullen opgelegd worden aan recalcitrante staten. Het is nog steeds vreemd om staten te "sanctioneren" waarvan het management efficiënt genoeg is om geen toevlucht te nemen tot te zware belastingen.
Er is al meermaals op gewezen dat een dergelijke standaardisering, die tot doel heeft de belastingconcurrentie uit te sluiten of te beperken, neerkomt op een kartel van de grote Staten ten nadele van de kleinere Staten die bij gebrek aan een grote interne markt vaak verplicht zijn investeerders aan te trekken door middel van belastingvoordelen.
Vandaag lijkt het erop dat de aanvankelijke eis voor een minimumbelasting van 21% zal worden verlaagd tot 15%. Dit wil echter niet veel zeggen: een belasting is altijd het product van een aanslagvoet en een basis, en men kan zich niet uitsluitend op de aanslagvoet fixeren om het belang ervan te beoordelen.
Een principiële aanslagvoet van 15%, dat verschillende vrijstellingen toestaat, lijkt dus misschien zwak. Aan de andere kant is een aanslagvoet van 15% dat geldt voor een holdingmaatschappij die uitsluitend dividenden en meerwaarden ontvangt op aandelen van reeds belaste vennootschappen, onbetaalbaar omdat het leidt tot dubbele economische belasting.
Dit gezegd zijnde, zou een principiële aanslagvoet van 15% in feite enkel van invloed moeten zijn op echte "belastingparadijzen" als het enkel van toepassing is behoudens de gebruikelijke vrijstellingen.
Alles zal dus afhangen van de wijze waarop de belastinggrondslag wordt bepaald. Het principe van het systeem blijft echter gevaarlijk, omdat het kunstmatig en volledig ongerechtvaardigd een belastingplicht creëert. De belasting wordt dus een verplichting die onafhankelijk is van de behoeften van de Staten die ze innen, terwijl zij enkel op grond daarvan zou moeten gerechtvaardigd worden. Op deze manier wordt de belasting de regel, terwijl het principe privé-eigendom is, dat niet kan worden afgenomen zonder iemands toestemming. Dit is nog een zorg bij voor degenen die bang zijn voor de opkomst van Staten die steeds opdringeriger en autoritairder worden.